Pleidooi voor poëzie
Ik heb ontzag voor poëzie, lees het te weinig, maar geniet er wel altijd van. Mijn ervaringen met een boekje dat ik op de rommelmarkt kocht.
Sinterklaasgedichten maken vind ik heerlijk.Het is een sport om binnen de grenzen van ritme en rijm een verhaal te vertellen. Maar mijn gewrochten ontstijgen het huis-tuin-en-keukenrijm echt niet. Als redacteur heb ik me altijd ver gehouden van poëzie. Ten eerste omdat ik geen Neerlandica ben, en ik vind dat je wel moet weten wat je doet als je gedichten redigeert. Ten tweede omdat ik na de middelbare school – toen genoot ik er overigens wél van – niet veel gedichten meer heb gelezen. Ik heb te weinig kijk op de recente ontwikkelingen in de Nederlandse poëzie. Ten derde, het spreekt al uit het hiervoorgaande, heb ik er misschien gewoon te weinig affiniteit mee. Mijn enige leidraad zou zijn dat het me raakte. En ik vraag me af of dat voldoende is.
Weelderig
Toch valt mijn oog deze zomer tijdens een rondgang over een rommelmarktje op een dichtbundel. Aangetrokken door de fraai vormgegeven voorpagina, neem ik het kleine boekje op en lees de eerste pagina. Ik wil het niet meer afgeven. Met één hand vis ik mijn portemonnee uit mijn tas en overhandig de jongeman achter de kraam een euro. Van de Passielooze Lelie door F. van Eeden is voor mij!
Oude spelling
Thuisgekomen bekijk ik het boekje wat uitgebreider. Van de Passielooze Lelie, verzen door Frederik van Eeden. Vierde druk MCMXX. Mijn Latijn is behoorlijk weggezakt, maar ik kom op 1920. Er staat een rood logo van een waterlelie op de titelpagina, verder is het binnenwerk in zwart gedrukt. Een stempel? Onwennig zie ik dubbele klinkers op plekken waar nu enkele staan. ‘De Waterleelie.’ Natuurlijk, het is bijna een eeuw geleden uitgegeven!
De Waterleelie.
Ik heb de witte water-leelie lief,
daar die zoo blank is en zoo stil haar kroon
uitplooit in ’t licht.Rijzend uit donker-koelen vijvergrond,
heeft zij het licht gevonden en ontsloot
toen blij het gouden hart.Nu rust zij peinzend op het watervlak
en wenscht niet meer….
Van Eeden in Uitgeest
In gedachten zie ik de waterlelie die Manlief en ik een paar jaar geleden in een naburige sloot hebben laten zakken. Omdat de plant te groot geworden was voor de voortuinvijver, heeft Manlief hem gekliefd. Een deel werd teruggeplaatst, een deel kreeg een nieuwe plek. Sindsdien checken we elke zomer of hij de winter heeft overleefd. We zagen hem groter worden, verkneukelden ons om ons geheimpje. Dit jaar stootten we elkaar opgetogen aan. Er dreven maar liefst acht witroze bloemen op het water. Wat wil je nog meer?
Herontdekking poëzie
Als ik opkijk van het openingsgedicht, herinner ik me plotseling dat dit nu net is wat gedichten met je kunnen doen: je dichtbij je eigen ervaringen brengen, je hart openen voor schoonheid. Ik word warm vanbinnen. Hetzelfde heb ik ook wel ervaren tijdens de analyse van gedichten in de lessen Nederlands op de middelbare school. Ineens ben ik blij dat dit bundeltje ooit in druk is verschenen en dat ik het 94 jaar later heb gevonden! Dit is waarom ik, in deze bloeitijd van de virtuele wereld, zo kan genieten van rommelmarktjes. Soms vind je voorwerpen die je herinneringen weer tot leven brengen.
Toekomst
Maar hoe zal dat in de toekomst gaan? Struinen mensen dan de stoffige hoekjes van het internet af? Vist mijn dochter dan misschien een vergeten blog van een oude website en herinnert zich daardoor dat haar moeder zo graag over een kofferbakmarkt liep? Of stuit ze – hoe zag een waterlelie er ook weer uit? – op de oude PC-bestanden die ik heb opgeslagen in de Cloud en leest daar hoe dat oude boekje mij raakte?
Poëzie wordt nauwelijks nog uitgegeven. Ik beloof hier plechtig: ik zal mijn handen ervan af blijven houden, maar ik neem me stevig voor om wél meer gedichten te lezen. En ik hoop, als alle boeken digitaal gaan, dat dichtbundels nu juist wel blijven worden gedrukt. Zodat het tastbaar blijft. Zodat het mogelijk is dat iemand – mijn dochters dochter? – over 94 jaar een boekje in handen krijgt dat ze niet meer los wil laten. Want ik gun iedereen dat lichte, warme gevoel dat een gedicht je kan geven.
Groet,
6 november 2014 | Marja Duin leest
Lees 7 reacties
Bart FM Droogt houdt al jaren bij hoeveel poëzie er wordt uitgegeven (hier te vinden: http://www.nederlandsepoezie.org/jl/2015/index.html). Hij is daarbij ook terug in de tijd gegaan. Als je die lijsten bekijkt blijkt dat er niet minder poëzie wordt uitgegeven. In 2015 komt hij bijvoorbeeld nu al op 27 bundels, en in 2014 zijn er 131 bundels verschenen! In 1912 waren dat er 37 en in 1970 91. Deze lijsten zijn vast niet compleet, maar laten wel zien dat er niet minder poëzie wordt uitgegeven (eerder meer als deze steekproef representatief is.
Over het lezen en leven met poëzie zijn geen cijfers beschikbaar, maar dat gebeurt sowieso te weinig, dus supergoed dat je bekeerd bent! 😀
Goed om te horen dat er nog zoveel poëzie wordt uitgegeven! Mijn pessimistische vaststelling dat het nauwelijks wordt uitgegeven is vooral gebaseerd op mijn ervaring in de literaire uitgeverij, waarbij het aanbod aan nieuwe poëziebundels altijd groter blijkt dan de ruimte die het fonds biedt. Maar afgaande op jouw cijfers, is dat altijd al zo geweest en weet de dichtkunst zich goed staande te houden. Goed nieuws dus!
groet, Marja
“De Waterleelie”: mij uit het hart gegrepen (drie ervan prominent op mijn website); poëzie, een kunst die mij pas op latere leeftijd heeft “overvallen”, onder meer “per ongeluk” ontdekt in stilte in onze tuin: er welde zomaar een aantal prachtige regels op in de “muziek” van de ervaren natuur! Wat later dacht ik: dat moet ik proberen vast te houden, als je zo’n ingeving overvalt, en ben ik gaan dichten en die gaan plaatsen op mijn website ( eerder alleen in gebruik voor promotie van mijn boek(je). Maar nog steeds bevalt het me bijzonder!
Wat een mooie overpeinzing, Marja! Dank je wel. Met Magonia ga ik wel dichtbundels uitgeven. Volgend jaar al de eerste. En jou vertel ik stiekem vast wie de auteur is. Nog even geheim houden, hoor! Het is Henry Sepers.
Groet, Lex
Ha Lex,
Wat goed om te horen dat je ook ruimte geeft aan gedichten. Ik ben heel benieuwd!
groet Marja
Zelf lees ik vrij veel gedichten en heb intussen al een hele verzameling. Bovendien ben ik als lid van Haiku Kring Nederland+ onze eigen Haiku Kern Midden Nederland regelmatig bezig met het schrijven van haiku’s en tanka’s. En dat poëzie nauwelijks wordt uitgegeven vind ik schromelijk overdreven. Anders gezegd, ik zie nog steeds nieuwe bundels in boekenwinkels liggen. Daarnaast zijn er oa ook nog vertalingen van Chinese/Japanse proza & poëzie te koop, waarvan ik een aantal bezit:
-Transparante tranen, W.L.Idema
-Eeuwige reizigers, Jos Vos
-De verweesde boot, Du Fu
-Chinese dichters, Drieduizend jaar Chinese poëzie, Daan Bronkhorst
En wanneer mij de inspiratie ‘overvalt’, schrijf ikzelf samen met anderen van bv Taalpodium (Tijdschrift Schreef) wat poëzie. O ja, er zijn genoeg mensen die hun werk kleinschalig uitgeven. Het is blijkbaar net als met het schrijven op zich: ondanks het supersnelle computertijdperk heb ik mij, zoals ontelbare anderen, overgegeven aan de kunst van kalligrafie!
Met vriendelijke groet uit Amersfoort
Beste Gerard,
Bedankt voor je reactie! Mijn vaststelling dat er nauwelijks gedichtenbundels worden uitgegeven, komt voort uit mijn contacten met dichters die hun werk niet bij reguliere uitgevers ondergebracht krijgen. Maar het is goed om te weten dat niet iedereen dat hetzelfde ervaart, want jij ziet voldoende beweging op het gebied van poëzie dus! Uit mijn tijd in de literaire uitgeverij weet ik dat er veel gedichten worden aangeboden. Helaas is het aantal kopers van dichtbundels niet voldoende om de productiekosten er altijd uit te halen, daarom zijn uitgevers heel selectief met poëzie. Goed dat je erop wijst dat er buiten het reguliere uitgeverscircuit wel veel wordt gedicht en ook in eigen beheer wordt uitgegeven. Dichten is toch een kunstvorm, en die moeten het niet hebben van commercie. Geniet ervan!
Groet, Marja