Dialogen: de kortste weg naar de lezer
Mosterd voor de maaltijd, schrijven van dialogen in fictieverhalen van Marit van Ekelenburg en Leonardo Pisano. Een wegwijzer in de dialogenjungle.
Dialogen brengen een verhaal tot leven. Hoe treffend je de omgeving of sfeer ook beschrijft, hoe gedetailleerd je ook laat zien hoe een romanfiguur reageert of eruitziet, hoe zintuiglijk je ook schrijft, een verhaal komt pas écht dichtbij als personages hun mond opendoen. Niet voor niets wordt er wel gezegd dat dialogen de kortste weg naar de lezer zijn. Voor een schrijver is het weergeven van gesprekken vaak een uitdaging. Omdat er gaandeweg allerlei aspecten aan blijken te kleven die de kwaliteit van de dialoog – en daarmee het verhaal – beïnvloeden.
Weergeven van dialogen
Vorige maand verzuchtte Hans Schoenmakers in reactie op mijn blog 16 richtlijnen voor een verzorgd manuscript:
Hoe geef je een dialoog vorm? Ik heb er een aantal boeken op nageslagen, maar kon geen ‘standaard’ ontdekken.
Het is waar: de ene uitgever gebruikt dubbele aanhalingstekens, de ander enkele. Soms beginnen dialogen steeds op een nieuwe regel, soms zie je dat gespreksfragmenten binnen een alinea staan. In de emailwisseling die na Hans’ vraag ontstond, bleek dat het voor aankomende schrijvers verwarrend kan zijn dat uitgeverijen daarin hun eigen beleid voeren. Want iedereen wil toch zijn manuscript zo perfect mogelijk ter beoordeling aanleveren.
In diezelfde discussie mengde Mili zich, die ons attendeerde op het bovengenoemde boekje. Ik had de opvallende titel in de social media natuurlijk wel voorbij zien komen, maar nog geen gelegenheid gehad om het boek zelf te bekijken. Nu had ik een goede reden om dat wel te doen! Zeker gezien het feit dat ik kortgeleden de lezers van mijn blog had gevraagd om suggesties voor boeken die ik daar zou kunnen bespreken.
De vele kanten van dialogen
Als ik wil weten of een non-fictieboek interessant is, kijk ik graag naar de inhoudsopgave. Daar weerspiegelt zich de opbouw van het boek, de route die de schrijver kiest om de belofte die hij op het omslag en de achterflap doet aan de lezers in te lossen. De inhoudsopgave van Mosterd voor de maaltijd weerspiegelt dat er inderdaad een veelheid van aspecten kleeft aan het gebruiken van dialoog: dialooglabels, levensechtheid van de dialoog, personages en hun spraak, nadrukkelijk praten, vrouwentaal en mannenpraat… en nog veel meer.
Mijn eerste indruk dat het hier gaat om een vrij compleet boek wordt versterkt door de uitgebreide bijlagen achterin.
Inspireren
Dat die volledigheid ook de bedoeling is van de auteurs, blijkt uit het voorwoord. Zij streven met hun boek naar:
…een handzame gids […] waar kennis over het schrijven van dialogen is samengevoegd en gekoppeld aan treffende voorbeelden. Dit boekje geeft trucs en tips hoe de hoofdzakelijke context en intonatie en lichaamstaal zo veel mogelijk kunnen worden benaderd. Van zeer gedetailleerde tips tot algemene adviezen. […] Wij pretenderen niet de wijsheid in pacht te hebben, maar hopen te inspireren en tot reflectie aan te zetten.
Op basis hiervan alleen al, zou Mosterd voor de maaltijd een prima instrument kunnen zijn om de koudwatervrees van beginnende schrijvers voor dialogen weg te nemen.
Heldere structuur
Als je door het boek heen bladert, valt op dat er veel afwisseling is in de tekstelementen: broodtekst, tabellen, voorbeelden en illustraties. In combinatie met een helder gebruik van (verschillende) subkopjes, wordt een pagina heel overzichtelijk en goed scanbaar. De hoofdstructuur is direct zichtbaar en je weet als lezer snel of je op een bladzijde vindt wat je zoekt.
Sprekende voorbeelden
Wat Mosterd voor de maaltijd zo instructief maakt, is dat er veel voorbeelden zijn opgenomen die de theorie verlevendigen. Hoewel het in dit geval natuurlijk in het onderwerp besloten ligt, kwam het metten bij me op dat het ook in non-fictie goed kan werken om dialogen te verwerken. Wil je de aandacht vasthouden op een moment dat een theoretisch stuk te lang wordt? Voeg een praktijkvoorbeeld of een quote in. Dan heeft de lezer even iets anders om naar te kijken en als je zo’n fragmentje goed kiest, brengt het jouw onderwerp via een andere weg weer in het bewustzijn van de lezer. Twee vliegen in één klap noemen ze dat.
Veel aspecten
Tijdens het lezen blijkt Mosterd… inderdaad zo compleet als de auteurs beogen. Soms stuit ik op onderwerpen waarvan ik in eerste instantie denk: dit geldt niet alleen voor de dialogen. Zoals de paragraaf over alle vormen van Show, don’t tell. Maar steeds weer weten de auteurs de link met de dialogen goed duidelijk te maken, en concludeerde ik dat het stuk inderdaad in het boek thuishoort. En als we het er dan toch over hebben: naar mijn mening kan over show don’t tell niet genoeg uitgelegd worden J.
Wat ik ook heel handig vind zijn de lijstjes die in het boek en de bijlagen staan, bijvoorbeeld met signaalwoorden maar ook met gemoedstoestanden en aansprekingen in dialogen. Deze zijn niet alleen verhelderend, maar zeker ook inspirerend. Handig om na te kunnen slaan.
Keerzijde
Een paar puntjes van kritiek. De keerzijde van de nadruk op de structuur van de tekst is dat de bladspiegel er op het eerste gezicht uitziet als een onderzoeksrapport. Dat nodigt niet echt uit tot lezen. Dit wordt nog versterkt door twee andere punten: allereerst het feit dat alle aspecten van het schrijven van dialogen vrij droog worden weergegeven. Er zit weinig verhaal omheen, zo moet je als lezer eigenlijk gissen naar de rode draad van het boek. Maar tegelijkertijd realiseer ik me dat dat voor een gids misschien ook niet nodig is.
Het tweede punt hangt samen met de vormgeving. De schrijvers hebben ervoor gekozen om het binnenwerk van Mosterd voor de maaltijd niet op te laten maken. Het komt zo te zien rechtstreeks uit Word. Voor een boek dat inhoudelijk serieus is en goed is aangepakt, en dat zich richt op de grote groep schrijvers die ons taalgebied bevolkt, vind ik dat eigenlijk wel jammer. Mosterd voor de maaltijd verdient een professionelere uitstraling. Dan zal die ook meer afstralen op de schrijvers.
Conclusie
Het mag duidelijk zijn: ik ben echt enthousiast over Mosterd voor de maaltijd. De auteurs zijn erin geslaagd om vanuit verschillende bronnen informatie bijeen te verzamelen en Nederlandstalige schrijvers gereedschappen aan te reiken om hun dialogen kracht bij te zetten. Het is een geweldig naslagwerk, waar heel veel mensen plezier van zullen hebben. Sterker nog, ik kan zo een paar mensen opnoemen die ik het boek ga aanraden!
Kortom, met Mosterd voor de maaltijd hoeft geen schrijver meer onzeker te zijn over zijn dialogen of over de manier waarop hij een dialoog zou moeten weergeven. Om daar nog even op terug te komen: het is prijzenswaardig als iemand zijn manuscript zo perfect mogelijk wil inleveren, en het is zeker goed dat je je verdiept in de weergave van een dialoog. Maar uiteindelijk zal dit bij de redacteur die je manuscript beoordeelt natuurlijk niet de doorslag geven. Belangrijker is of je verhaal goed is, je personages spreken en je boek de lezers weet te boeien, en daarmee is het cirkeltje weer rond. Want daarvoor kun je niet zonder dialogen, de kortste weg naar de lezer.
Groet,
15 april 2015 | Marja Duin leest
Lees 2 reacties
Marja, ik wil een klein weerwoord geven in reactie op je recensie Mosterd voor de maaltijd. De vormgeving is m.i. geen punt van discussie gezien 1) het kwalitatieve monnikenwerk dat beide auteurs hebben verricht en 2) de luttele prijs die ervoor wordt gevraagd. De matte omslag is nog steeds niet beduimeld ongeacht het aantal keren dat ik het heb opgepakt. 🙂
Beste Mili,
Bedankt voor je reactie! Ik kan me heel goed voorstellen dat je zegt dat de vormgeving van Mosterd voor de maaltijd wat jou betreft geen punt van discussie is. Dat mag. Maar de argumenten die je noemt hebben met vormgeving eigenlijk niets te maken. Allereerst: ik neem van je aan dat het monnikenwerk is geweest, wat de auteurs hebben gedaan, maar ik ken uit de praktijk geen boeken waarvoor de auteur geen zweet heeft gelaten. Afgezien van het feit dat de inhoud niets te maken heeft met de vormgeving, zou je argument voor elk boek, elke auteur gelden. En gelukkig wordt van het merendeel van de boeken het binnenwerk wél professioneel vormgegeven.
De tweede reden waarom je vindt dat de vormgeving geen punt van discussie is: het lage prijsniveau van PDF en boek, is nu precies waarom ik besloten heb mijn punt over de vormgeving op te nemen in mijn recensie. Waarom moet een boek als dit een lage prijs hebben? Als het kwaliteit biedt, heeft de lezer daar best iets meer voor over. En met een iets hoger prijsniveau, zou er misschien wel budget zijn geweest voor een vormgever voor het binnenwerk. Daarmee zou het hele boek, inclusief auteurs, een professioneler uitstraling hebben gekregen; waarmee de (geweldige) inhoud op een waardiger manier over het voetlicht zou komen.
Het is niet voor niets dat schrijvers die kiezen voor selfpublishing door gerenommeerde uitgevers niet snel serieus genomen worden. Terwijl er toch echt wel inhoudelijk goede boeken in eigen beheer verschijnen. Dat heeft te maken met het feit dat selfpublishers – uitzonderingen daargelaten – zich nog steeds niet voldoende bewust zijn van de aspecten die een boek een kwalitatieve uitstraling geven.
Zolang het zo is dat selfpublishers zich vooral op de tekst/inhoud richten (hoewel het nog steeds te vaak voorkomt dat de redactiefase wordt overgeslagen) en te weinig aandacht hebben voor de vormgeving, blijf ik me sterk maken voor professioneel uitgeven. Met een goede redactie (was in dit geval niets op aan te merken) en een goede typografie (dat was een minnetje). En eigenlijk geldt het zowel voor een boek dat bij een uitgevershuis verschijnt, als voor boeken in eigen beheer.
Een boek waar een schrijver hard aan heeft gewerkt verdient een professionele uitstraling. Elke schrijver die zichzelf serieus wil positioneren verdient een professioneel vormgegeven boek. En ten slotte verdient ook elke lezer een boek dat niet alleen inhoudelijk en tekstueel, maar ook qua vormgeving in topvorm verkeert, zodat hij volledig kan genieten van de inhoud.
Je begrijpt: ik denk er anders over dan jij. Vormgeving is voor mij wel degelijk een punt van discussie. Bij elk boek.
Nog een puntje: mijn kritiek betrof de vormgeving van het binnenwerk, niet het omslag. Ik heb het ook niet over het papier (dat is meer de fysieke productie), want ik heb mijn recensie gebaseerd op de PDF.
Gelukkig wel fijn om te horen dat het wat technische productie betreft ook wel snor zit met Mosterd voor de maaltijd 😉
Met vriendelijke groet, Marja